Croque Monsieur met bosui
Deze variant op de klassieke croque monsieur is perfect voor een uitgebreid ontbijt, brunch of lunch. Geniet evan met een heerlijke mosterdzaadvinaigrette.
Terug naar het overzicht
Bereiding
Maak eerst de mosterdzaadvinaigrette: doe de mosterdzaadjes met de azijn en het zout in een pan en laat een uur staan. Voeg honing, geelwortel en witte peper toe en breng tegen de kook aan. Draai het vuur laag en laat zo’n 40 minuten zachtjes koken. Voeg eventueel een scheutje water toe als er te veel vocht verdampt. Neem de pan van het vuur en laat afkoelen. In een luchtdichte, gesteriliseerde pot kun je het mengsel zeker drie maanden bewaren.
Smelt voor de béchamelsaus de boter op laag vuur in een steelpan met dikke bodem. Voeg de bloem toe, roer met een houten lepel en gaar de bloem (let op dat de bloem niet bruin wordt, je maakt een witte saus). Schenk er al roerende de melk bij. Rasp er flink wat verse nootmuskaat door en breng op smaak met zout. Blijf goed roeren zodat de saus niet gaat klonteren. Haal de saus van het vuur wanneer deze begint te bubbelen en gebonden is.
Verwarm de ovengrill voor op 200ºC. Bestrijk alle acht sneden brood met olijfolie, draai er vier om. Beleg deze met ham en plakken kaas. Bedek met de resterende boterhammen, de ingevette kant naar buiten gekeerd. Verhit nu een ruime koekenpan op middelhoog vuur en bak de croques. Druk ze licht aan in de pan en bak zo’n 3-4 minuten per kant. Halveer de bosuitjes in de lengte en verdeel ze over de croques. Leg ze op een bakplaat, schenk er béchamelsaus over en zet ze 7 à 10 minuten onder de grill totdat de saus gaat bubbelen en bruine plekjes vertoont. Serveer je superdeluxe tosti met een flinke scheut spannende mosterdzaadvinaigrette.